De Overtoom
Tijdens de Gouden Eeuw ging er veel verkeer over het water, maar hoe stak je met een boot de weg over? In de Westerbuurt in Venhuizen kon je gebruik maken van 'Het Radje over de Westerbuurt', dit was een overtoom. Dit hulpmiddel om een schip over het land te trekken, werd door de eeuwen heen gebruikt om boten van vaarwater naar vaarwater te krijgen. Inmiddels is de overtoom door de tijd ingehaald en vervangen door schuitliften en sluizen. Daarom is het extra bijzonder dat het rad in Venhuizen is blijven staan.
De overtoom was een waterwegverbinding die twee polders met elkaar verbond. Kleine vaartuigen werden over de duik getrokken en konden hun reis voortzetten op een ander waterpeil. In de Gouden Eeuw werd de overtoom steeds belangrijker, omdat steden een sterkere positie hadden als verschillende transportwegen goed op elkaar aansloten.
Het beheer van een overtoom kon nog heel wat opleveren. Per oversteek betaalde de bezitter van een vaartuig een vast tarief, dat door de stadsbestuurders werd bepaald. Een overtoom bestond vaak uit een centrum van activiteiten. Belangrijk was het café. Het overhalen van een boot ging niet zo snel en het was zwaar werk. Sommige mensen gingen wel eens een dagje naar de overtoom voor hun plezier, om te kijken naar de schepen die over de dijk werden getrokken.